Maar niet alle vissen of zeevruchten zijn geschikt voor consumptie: raadpleeg de Viswijzer van WWF om de juiste keuze te maken. Lees de etiketten, controleer de labels om de kweek- of visomstandigheden te verifiëren of vertrouw op je vishandelaar om je te laten weten wat het beste moment is om een bepaalde soort te degusteren.

Onze impact op het milieu wordt voor een groot deel bepaald door onze voeding. Als we eten volgens het ritme van de seizoenen, dan respecteren we de biodiversiteit van de soorten en beschermen we de natuur. En het helpt ons ook om het hele jaar door evenwichtig en gevarieerd te eten.

Wat minder verrassend is, is dat de beschikbaarheid van fruit en groenten sterk afhangt van de seizoenen. Een aantal tips om verantwoorde keuzes te maken:

• ga naar een markt of rechtstreeks bij de producent om makkelijker seizoensgroenten te vinden en om advies in te winnen;
• lees goed de etiketten om de herkomst van de producten te achterhalen;
• raadpleeg een tabel voor seizoensgroenten en -fruit om je boodschappenlijstje te maken;
• koop vers fruit en verse groenten in plaats van diepvriesproducten.

Opgelet, bepaalde soorten zomergroenten en -fruit die als primeurs in de winkel en op de markt worden aangeboden, komen uit verre landen of verwarmde serres. Het beste fruit is lokaal fruit dat in de volle grond en in open lucht geteeld wordt. Raadpleeg de ‘groeten en fruit’-kalender, bv. op de site “Recepten 4 Seizoenen” die ontwikkeld werd door het BIM.

En waarom geen moestuintje beginnen in de lente? Peterselie, salie, bieslook, tijm, laurier, munt en zelfs radijsjes, sla of rucola groeien zeer goed in een pot of in een bloembak in de hoek van je balkon. Van het balkon naar de keuken, een kortere voedingsketen kan je niet bedenken.

In april eet je qua vlees bij voorkeur: lam, snip, rund, geitenlam, konijn, eendenfilet, schaap, varken, kip en kalf. Hou je aan de hoeveelheden die worden aanbevolen voor de gezondheid (max. 500 g rood vlees per week).

Ook hier volgen een aantal tips om iets goeds te doen voor je gezondheid én voor het milieu:

• wissel rood vlees af met vis en gevogelte;
• vervang vlees een of twee keer per week door een vegetarisch alternatief;
• vervang vlees of vis regelmatig door een combinatie van granen (tarwe, maïs, rijst, quinoa, enz.) en peulvruchten (linzen, soja, kikkererwten, rode bonen, spliterwten, bonen, flageoletbonen, enz.), die rijk zijn aan plantaardige eiwitten;
• kies voor biovlees.

Wat verrassender is, is dat zelfs kaas een seizoenscyclus heeft, die afhangt van het soort melk (koe, geit of schaap), van de voeding van de dieren in de maanden in kwestie en van de rijpingsduur van de kaas. Met behulp van biolabels, verwijzingen naar lokale en artisanale productie of oorsprongsbenamingen zal je op een verstandige manier je weg kunnen vinden in het rijke aanbod aan kazen. En de lente is het seizoen van de geitenkaas!

Niet alle producten die we consumeren, kunnen lokaal geproduceerd worden. Als je ingevoerde producten koopt, kies dan bij voorkeur producten uit de eerlijke handel. Dat garandeert je niet alleen dat de landbouwers eerlijk beloond worden. Eerlijke handel vereist ook vaak een milieuvriendelijke productie.