De biodiversiteit is niet terug te voeren tot alle soorten die op een bepaalde plaats leven. Het gaat ook om alle interacties tussen die soorten. Om de basis zelf van het leven op Aarde te vatten, is het absoluut noodzakelijk om die relaties die een complex en broos evenwicht vormen, te begrijpen.
Wat is een ecosysteem?
Het ecosysteem is een dynamisch geheel samengesteld uit planten, dieren, zwammen en micro-organismen en hun leefmilieu: water, lucht, aarde, temperatuur. Dat geheel vormt een specifiek leefsysteem op een bepaalde plaats. In een ecosysteem spelen zowel de levende als de niet-levende elementen een specifieke rol. Het ecosysteem is samengesteld uit een biotoop (een bepaald leefmilieu met specifieke chemische en fysische kenmerken) en een gemeenschap (alle organismen die erin leven).
Een ecosysteem kan eender welke omvang en vorm aannemen. Het kan uit een kleine ruimte bestaan, zoals een poel of een mierenhoop, of een meer uitgestrekte plaats vormen zoals een woestijn of een zee. Zelfs onze darmflora is een ecosysteem op zich.
Welke dreigingen wegen op dat evenwicht?
De aanwezigheid van goederen zoals zuiver water, zuurstof, voedsel of brandstoffen lijkt ons zo ‘natuurlijk’ dat wij de oorsprong ervan vergeten. Het is moeilijk om ons voor te stellen dat de mens zo’n fundamentele diensten zou kunnen vernietigen. Nochtans worden heel wat ecosystemen (en dus de diensten die ze aanleveren) ernstig bedreigd.
Acties die lokaal een beperkte invloed hebben, kunnen kettingreacties teweegbrengen en zware gevolgen hebben voor een heel ecosysteem. De dreigingen zijn zo talrijk en divers dat de ecosystemen niet meer in staat zijn om hun natuurlijk evenwicht terug te vinden.
Klimaatverandering
De verandering van het klimaat vormt vaak voorpaginanieuws. Die media-aandacht is geheel gerechtvaardigd. Het huidige probleem vloeit voort uit het feit dat de activiteiten van de mens – voornamelijk de verbranding van fossiele energie om te voldoen aan onze steeds groter wordende energiebehoeften – gigantische hoeveelheden broeikasgassen hebben vrijgemaakt in de atmosfeer, en dit sedert het begin van de industriële revolutie (1750).
Die emissies versterken het natuurlijke broeikaseffect aanzienlijk, hetgeen een geleidelijke opwarming van het klimaat teweegbrengt.
De opwarming van de oceanen, de wijziging van de frequentie en de intensiteit van de neerslag, de verandering in de activiteit van stormen, de krimping van de ijs- en sneeuwmassa, de verhoging van het zeeniveau en de verzuring van de oceanen zijn allemaal verschijnselen die verband houden met de klimaatopwarming. Al die verschijnselen hebben een impact op de biodiversiteit!
My2050 is een interactieve en educatieve webtool om de samenleving van morgen uit te bouwen door scenario’s te kiezen die erop gericht zijn om onze CO2-productie te verminderen.
Met de klimaatopwarming moeten inheemse soorten zich aanpassen of verdwijnen. Ze kunnen ook gedwongen worden om zich te verplaatsen terwijl nieuwe soorten zich vestigen en zich ontwikkelen, soms massaal en ten koste van de plaatselijke soorten.
Door de stijging van de temperatuur doen bepaalde voorjaarsverschijnselen zich vroeger voor, zoals het ontluiken van de bloemknoppen (5 à 15 dagen vroeger dan 50 jaar geleden), en bepaalde najaarsverschijnselen later, zoals het verkleuren van de bladeren. Die veranderingen verstoren de interacties tussen soorten.
Grolar!
De grolar (of pizzly) is geen belediging, maar het resultaat van de kruising tussen een bruine beer en een ijsbeer. Dit nog zeldzame verschijnsel zou versterkt kunnen worden door de klimaatverandering. Door het smelten van de ijsvlaktes wordt de ijsbeer immers teruggedrongen naar het zuiden van Canada en gaat de bruine beer meer naar de bossen van het noorden. Die twee soorten worden er op die manier toe gebracht om gedurende een deel van het jaar op een gemeenschappelijk grondgebied te leven. Bovendien zorgt het smelten van de ijsvlaktes voor een teruggang van de populatie ijsberen. Die daling vermindert de waarschijnlijkheid dat een mannetje en een vrouwtje van dezelfde soort elkaar ontmoeten en paren en zet hen er dus toe aan om zich voort te planten met een verwante soort zoals de grizzly.
Klimaatmigranten
In België zijn we reeds getuige van een verhoogde aanwezigheid en een gestegen aantal soorten uit warme gematigde klimaten: zuidelijke libellen (vuurlibel), spinnen (wespspin afkomstig uit het Middellandse-Zeebekken), vogels (Europese bijeneter, een soort uit het zuiden die tegenwoordig ook in België broedt), muggen (die tropische ziekten zoals het Nijlvirus kunnen overbrengen) enz. Sommige schadelijke soorten hebben voordeel van de effecten van die klimaatveranderingen (teken, processierupsen enz.). In de Noordzee veroveren meer zuiderse soorten zoals de sardien en de ansjovis een plaats omdat de temperatuur van het water gestegen is. Inheemse soorten zoals de garnaal gaan dan op zoek naar kouder water.
Invasieve uitheemse soorten
Een invasieve uitheemse soort is een levend organisme (dier of plant) dat gewild of ongewild door de mens buiten zijn natuurlijke biotoop werd geïntroduceerd. De term « uitheems » wordt gebruikt tegenover « inheemse » soorten, de soorten die van nature aanwezig zijn in een streek. De soort wordt « invasief » genoemd omdat ze zich aan haar nieuwe omgeving aanpast en daarbij aanzienlijke schade toebrengt aan de biodiversiteit en de natuurlijke habitats.
Invasieve uitheemse soorten
Uitheemse soorten werden altijd al in Europa geïntroduceerd. Ze zijn evenwel niet allemaal invasief: hetzij omdat ze geen bedreiging vormen voor het ecosysteem, hetzij omdat ze zich niet kunnen aanpassen en zich dus niet kunnen voortplanten.
Vandaag is het milieu meer dan ooit echt bedreigd door de aanzienlijke toename van het handelsverkeer en de grote vraag naar uitheemse dieren en planten. Soms veroorzaakt de introductie van deze uitheemse soorten in de natuur ook problemen voor de gezondheid van de mens en/of de gezondheid van diersoorten.
-12.000.000.000 €
Op Europees niveau zorgen invasieve uitheemse soorten voor een economisch verlies dat geraamd wordt op 12 miljard euro.
Een wereldprobleem
Invasieve uitheemse soorten zijn een wereldwijd probleem. Na het verdwijnen van de natuurlijke habitats worden ze bovendien beschouwd als de tweede grootste oorzaak van het wereldwijde verlies aan biodiversiteit.
De federale overheid treedt op tegen invasieve soorten.
Groot geworden schildpadje
Veel uitheemse soorten worden in dierenwinkels verkocht als antwoord op onze passie voor bijzondere huisdieren. Roodwangschildpadjes zijn daar een goed voorbeeld van. Jammer genoeg zien die er heel wat minder leuk uit als ze ouder worden. Ze worden ook zodanig groot dat ze niet meer in een aquarium kunnen gehouden worden. Ze worden vaak in de natuur gedumpt en zijn momenteel terug te vinden in heel wat meren, waterpartijen en in een aantal natuurreservaten. De roodwangschildpad vormt een bedreiging voor de waterbiodiversiteit: hij voedt zich met planten, larven van libellen, kikkers, watersalamanders, kleine vissen enz. Er ontstaat concurrentie met andere soorten. Bovendien kan zijn sterke « bek » ernstige verwondingen veroorzaken.
Overexploitatie
Voor meer dan 7 miljard mensen vormt biodiversiteit de basis voor voedsel en grondstoffen. Jammer genoeg worden de ecosystemen die deze diensten leveren, meestal niet duurzaam geëxploiteerd. De belangrijkste vormen van overexploitatie zijn overbevissing, overmatige jacht op wilde dieren, de overmatige kap van brandhout en het uitputten van landbouwgronden.
De ecologische gevolgen die daaruit voortvloeien, zijn niet te voorspellen. Eén ding is echter zeker: er zal een ogenblik komen waarop het ecosysteem niet meer in staat zal zijn om zijn natuurlijke evenwicht te herstellen en sommige soorten zullen daar de tol voor betalen. Ze zullen steeds zeldzamer worden of verdwijnen.
Een frappant voorbeeld van overexploitatie: de illegale handel in ivoor
In cijfers: elk jaar worden 36.500 olifanten gedood; dat zijn er 100 per dag, 4 per uur, 1 om het kwartier.
De handel in ivoor is verboden sinds er in 2007 besloten werd tot een moratorium in het kader van de CITES-Conventie over de handel in bedreigde soorten. Toch blijft stroperij ravage aanrichten, voornamelijk in Afrika.
Op 9 april 2014 heeft België het illegale ivoor vernietigd dat de douanediensten in beslag genomen hadden om een sterk signaal te geven aan handelaars en stropers.
Handel in bedreigde soorten: het voorbeeld van de pangolin
De situatie is nauwelijks beter voor de pangolins. De schubben van dit zoogdier zijn zeer gegeerd in de traditionele Chinese geneeskunde. Om een kilo schubben te krijgen, moeten twee tot drie dieren gedood worden. De pangolins zijn dan ook met uitsterven bedreigd. Sinds eind 2016 genieten ze de hoogste bescherming door de CITES-Conventie en mogen ze dus niet meer in de natuur gevangengenomen worden. Maar toch men blijft stropen.
Vernietiging en versnippering van habitats
Het is onvermijdelijk: indien een habitat of een biotoop vernietigd wordt, verdwijnt het ecosysteem dat daarin bestond definitief. Naast de totale verdwijning ervan brengt de versnippering van de habitat ook schade toe aan de ecosystemen en de gemeenschap die erin huist. Niet alleen hebben de soorten minder voedsel en minder plaats om hun nest te bouwen, maar ook de afstand naar andere geschikte habitats wordt groter. De populaties die er leven, zijn weinig talrijk en daardoor ook veel gevoeliger voor onvoorziene omstandigheden (droogte, overstroming, ziekte, …). Vooral de soorten met een gering vermogen tot verspreiding of de soorten die nood hebben aan een uitgestrekte habitat betalen daar de tol voor.
De orang-oetang: een aap die bedreigd wordt door de ontbossing
Deze grote aap, waarmee we ongeveer 98% van onze erfmassa delen, leeft enkel op de Indonesische eilanden Borneo en Sumatra. Zijn populatie ging van verschillende honderdduizenden individuen naar ongeveer 65 000 in 120 jaar tijd. Binnen twintig jaar zou de orang-oetang volledig verdwenen kunnen zijn uit zijn natuurlijke habitat als de ontbossing, voornamelijk voor de productie van palmolie, tegen het huidige ritme doorgaat. Voor de orang-oetang (“bosmens” in het Maleis), die zich voedt, paart, rust en zich verplaatst in de bomen, is het behoud van die biotoop absoluut van levensbelang.
Een manier om die bedreiging te vermijden, is de oprichting van beschermde gebieden waar menselijke activiteiten gereglementeerd of zelfs verboden zijn.
Het grootste beschermde gebied ter wereld is dat van Antarctica, dat beschermd is door een internationaal verdrag. België is een van de landen die het bestaan van dat Verdrag mogelijk gemaakt heeft.
Verontreiniging
Heel wat voorbeelden tonen de negatieve effecten aan van verontreiniging op de werking van de ecosystemen en het leven van de soorten die er een onderdeel van zijn. Verontreiniging kan verschillende vormen aannemen: een vaste vorm (bijvoorbeeld het dagelijkse afval), een vloeibare vorm (pesticiden, aardolie, meststoffen enz.) of een gasvorm (uitlaten, fabrieksrook enz.). De negatieve impact hangt af van het milieu dat ze besmetten: rivieren en het zeldzaam worden van bepaalde vissen, de bodem en het verdwijnen van insecten die nuttig zijn voor de vorming en stabiliteit ervan, de oceaan en de gevaren van plastic voor de zeedieren … Dat zijn allemaal bedreigingen voor de biodiversiteit die niet zonder risico zijn voor de gezondheid van de mens! Zo kunnen verontreinigende stoffen bijvoorbeeld onze voedselketen binnendringen. Maar verontreiniging beperkt zich niet tot die « tastbare » verontreinigende stoffen. Er bestaan andere vormen van verontreiniging met schadelijke of zelfs desastreuze gevolgen voor de biodiversiteit. Dat is meer bepaald het geval voor geluidsoverlast op zee, dat het gedrag van dieren verstoort en hun voortbestaan rechtstreeks bedreigt.
Plasticsoep
Over heel de wereld wordt dagelijks allerhande plastic afval in zee gestort: flessen, zakken, stukken van netten, … Dat afval wordt meegevoerd met de stroom en vormt gigantische massa’s, echte drijvende eilanden net onder het zeeoppervlak. Dat noemt men ‘plasticsoep’. Dat afval is gevaarlijk of zelfs dodelijk voor zeedieren. Dat is meer bepaald het geval voor groot afval zoals zakken en resten van netten. Vissen, vogels maar ook zeezoogdieren geraken in dat afval verstrikt en verdrinken. Elk jaar stranden er aan onze kust bruinvissen die vastgeraakt zijn in netten van amateurs. De zeedieren kunnen ook sterven nadat ze drijvend afval ingeslikt hebben.
Geluidsoverlast en botsingen:
dodelijke gevaren voor walvissen en dolfijnen
Op onze zeeën en oceanen vinden steeds meer activiteiten plaats (scheepvaart, visserij, energieproductie, militaire activiteiten, sport, recreatie enz.). Zo is het internationale scheepvaartverkeer de laatste tien jaar aanzienlijk toegenomen. Schepen worden steeds groter, sneller en luidruchtiger. Walvisachtigen, die een bijzonder fijn gehoor hebben waarmee ze communiceren, zich oriënteren, zich voeden en afstanden meten, kunnen de gevaren niet goed meer inschatten. Walvissen en dolfijnen zijn de eerste slachtoffers van de geluidsoverlast op zee. Ook een ander, even dodelijk gevaar bedreigt hen: botsingen met schepen. Het verminderen van de geluidsoverlast op zee en de risico’s op botsingen is een belangrijke uitdaging geworden voor het voortbestaan van die zeezoogdieren.
Dit jaar vinden er drie grote internationale milieuconferenties plaats: COP16 over biodiversiteit, COP29 over klimaat en COP16 over desertificatie (ook wel verwoestijning genoemd)
De Commissie voor de Instandhouding van de Mariene Fauna en Flora van Antarctica (CCAMLR) werd in 1982 opgericht en onderscheidt zich door haar uitgebreide beheer van mariene ecosystemen in de Antarctische wateren. De Commissie baseert zich op een preventieve aanpak, waarbij de nadruk ligt op het beschermen en bewaren van de complexe interacties tussen soorten en hun omgeving.
Een zoönose is een infectieziekte die overgedragen kan worden van dier op mens, veroorzaakt door bacteriën, parasieten of virussen. Enkele bekende voorbeelden zijn COVID-19, de ziekte van Lyme en salmonella.
Nu de zomer eraan komt, kan het geen kwaad om nog eens uit te leggen hoe je exotische muggen kan onderscheiden van lokale muggen én wat je moet doen als je een exoot zoals de tijgermug gezien hebt!
De mens heeft verschillende planetaire grenzen overschreden en de ongelijkheid binnen en tussen landen neemt toe… Onze huidige maatschappelijke en ecologische uitdagingen vragen om een meta-reactie. Dat is waar Regeneratieve Ontwikkeling en Ontwerp (Regenerative Development and Design, RDD) naar streeft.
Op 24 mei organiseerde de dienst CITES van de FOD Volksgezondheid een evenement om de 40ste verjaardag van de inwerkingtreding van de Conventie over duurzame handel in bedreigde soorten in ons land te vieren.
We use cookies on our website to give you the most relevant experience by remembering your preferences and repeat visits. By clicking “Accept”, you consent to the use of ALL the cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.