
Habitatfragmentatie: wanneer onze wegen onoverkomelijke obstakels worden
De mens heeft bruggen gebouwd en wegen en spoorwegen aangelegd. Voor hem zijn dit verbindingswegen om zich alsmaar verder te kunnen verplaatsen. Maar voor de andere soorten op onze planeet blijken dit vaak onoverkomelijke obstakels te zijn …
Voor een klein insect is het oversteken van een gewone weg een lange tocht en drukke wegen zijn zelfs voor groot wild onoverkomelijke barrières. Deze ‘versnippering’ van het landschap wordt “habitatfragmentatie” genoemd. Grote gebieden die vroeger een aaneengesloten habitat vormden worden immers opgedeeld in kleinere niet langer met elkaar verbonden fragmenten. Met tal van gevolgen voor de biodiversiteit.
Ons wegennet betekent voor vele soorten vooral een gevaar. Vossen, everzwijnen of reeën zijn regelmatig het slachtoffer van aanrijdingen. In Duitsland bijvoorbeeld schat men dat er om de twee en een halve minuut een wild dier wordt aangereden. In het voorjaar kan dit bijzonder dramatisch zijn want de dood van een moederdier brengt de overlevingskansen van de jongen in gevaar.

Habitatfragmentatie heeft ook een grote invloed op de voortplanting. Van elkaar gescheiden populaties leven in kleinere groepen waarin ze zich moeten voortplanten. Deze afname van de genetische diversiteit vermindert het vermogen om zich aan te passen aan een nieuwe omgeving.
Soorten verplaatsen zich bovendien vaak gedurende hun leven. Wanneer ze tijdens hun trek geconfronteerd worden met een obstakel kan dit hun levenscyclus ernstig verstoren. Onze groene kikkers hebben bijvoorbeeld in hun eerste levensfase als kikkervisjes nood aan water. Na hun metamorfose kunnen ze aan land gaan. De scheiding van deze twee habitats bedreigt hun overlevingskansen. Ook stuwdammen zijn dramatisch voor trekvissen zoals de paling of de zalm.
Habitatfragmentatie wijzigt ook de manier waarop de soorten deze habitats innemen. Het evenwicht van fauna en flora wordt aangetast, wat er zelfs kan toe leiden dat sommige bevoordeelde soorten het verdwijnen van een andere soort veroorzaken.
België is het tweede meest gefragmenteerde land in Europa. Dit is te verklaren door onze bevolkingsdichtheid, maar ook door een ruimtelijke ordening die vooral gericht is op het autovervoer. Tussen 1951 en 2010 werd meer dan 1.700 km autosnelweg aangelegd doorheen ons land. Resultaat: bijna 70% van onze trajecten wordt via de weg afgelegd.
Onze mobiliteitskeuze kan een invloed hebben op de ruimtelijke ordening. Voor kleine trajecten ga je beter te voet of neem je de fiets. Voor langere trajecten geef je beter de voorkeur aan de zachte mobiliteit zoals de trein telkens als dit mogelijk is. Er bestaan ook oplossingen om de biodiversiteit te helpen wanneer onze wegen worden vernieuwd: het aanleggen van ecoducten of natuurbruggen zorgt ervoor dat dieren veilig kunnen oversteken en beperkt het aantal ongevallen. Hou er rekening mee dat uw gedrag ervoor kan zorgen dat er in uw woonomgeving geopteerd wordt voor meer duurzame keuzes.