De geneeskunde maakt reeds lang gebruik van de natuur om mensen te behandelen. Ook in tijden van technologische vooruitgang blijft de biodiversiteit een belangrijke bron van ontdekkingen voor nieuwe geneesmiddelen. Maar ook onze geest heeft baat bij de biodiversiteit!
Uit tal van studies blijkt immers dat contact met de natuur een positief effect heeft op de geestelijke gezondheid. Zo hebben onderzoekers[1] bijvoorbeeld personen vergeleken die een wandeling van 90 minuten hadden gemaakt in de natuur versus in de stad. Uit de hersenactiviteit van beide groepen bleek dat wie in de natuur had gewandeld minder « piekerde ».
Wat nog merkwaardiger is, uit een andere studie[2] blijkt dat hoe groter de biodiversiteit in de natuurgebieden in de stad is, hoe groter de positieve psychologische effecten zijn.
Tijd doorbrengen in een omgeving met een grote biodiversiteit zou niet enkel het humeur verbeteren, maar ook het risico verlagen op aandoeningen zoals depressie of hoge bloeddruk. Nog een extra argument dus om groene ruimten te verrijken met een grote diversiteit aan fauna en flora.

Zorgverleners raden steeds vaker therapieën aan waarin de natuur een belangrijke rol speelt. Die worden soms ‘eco-therapieën’ of ‘groene therapieën’ genoemd, en omvatten uiteenlopende methodieken zoals tuintherapie, therapie met dieren, werken in de vrije natuur…
Als je dus de blues hebt, aarzel dan niet om een wandeling te maken en oog te hebben voor de biodiversiteit in je buurt, zowel op het platteland als in de parken in de stad. Het kan je gemoedstoestand alleen maar ten goede komen!
[1] http://www.pnas.org/content/112/28/8567.abstract
[2] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2390667/