
Ben je in de stad tijdens een hittegolf? Reken op de biodiversiteit om je te verfrissen!
Steden zijn allesbehalve woestijnen, ze beschikken over een wonderbaarlijke biodiversiteit. Wist je bijvoorbeeld dat er in Brussel meer dan 100 vogelsoorten, 9 amfibiesoorten, 42 zoogdiersoorten en 19 vleesmuissoorten zijn?!
Nochtans, zodra het zomer is en vooral dan tijdens hittegolven kan het leven in de stad evenwel aanvoelen als een tocht door de Sahara.
In feite kennen steden een artificieel microklimaat: het wegdek en de gebouwen slaan energie op, met als gevolg dat de lucht eromheen wordt opgewarmd, terwijl op het platteland de energie door planten wordt opgenomen. Dergelijk oververhit microklimaat wordt « stedelijke hitte-eilanden » genoemd.
Dit is evenwel geen onafwendbaar noodlot.

Er zijn talrijke studies gewijd aan de rol van vegetatie in steden op deze hitte-eilanden. Je hebt dit wellicht al zelf gevoeld, maar onderzoekers hebben wetenschappelijk kunnen aantonen dat parken frisser zijn dan de gebieden eromheen, vooral ‘s nachts[1]. Planten absorberen en reflecteren de zonnestralen. Bijgevolg koelt de schaduw van de bomen de lucht onder het bladerdek af en verhindert zo ook dat het bodemoppervlak te veel opwarmt.
Sommige onderzoekers hebben zelfs bewezen dat de aanwezigheid van bomen rond een gebouw de windsnelheid en dus het doordringingsvermogen van de wind doet afnemen: hierdoor dringt er minder warme lucht in de gebouwen binnen tijdens de zomer en minder koude lucht tijdens de winter!
Een park of enkele bomen in je straat kunnen dus dienst doen als airconditioning in open lucht, magisch toch!